Zwaartekracht is een onzichtbare kracht die ons op de grond houdt. Zonder zwaartekracht zouden wij namelijk rondzweven! Elk voorwerp heeft een eigen zwaartekracht, hoe groter de massa hoe groter de zwaartekracht. Dat is dus waarom we vast zitten aan de aarde, de massa van de aarde is zoveel groter dan de massa van een mens. De aarde wordt door zwaartekracht aangetrokken door de zon (en een beetje door andere planeten), en de zon wordt door zwaartekracht aangetrokken tot de Melkweg
Zo houdt dus zwaartekracht alles op zijn plek. Zwaartekracht is in 1687 ontdekt door de Engelse natuurkundige Isaac Newton. Naast zijn ontdekking heeft Newton ook een formule opgesteld om de zwaartekracht uit te rekenen.
De zwaartekracht in Nederland
De zwaartekracht in Nederland is 9,81N/Kg. Hoe dichter je je bij de poolcirkels bevindt , hoe hoger de zwaartekracht.
Formule Zwaartekracht
De formule van zwaartekracht is:
Fz=m x g
Fz is de zwaartekracht dat op het voorwerp werkt in Newton (N)
m is de massa in kilogram (kg)
g is de zwaartekracht in Newton per kilogram (N/kg), wordt vaak het getal 9,81 voor gebruikt.
Let op! 9,81 N/kg is de zwaartekracht in Nederland. Als in de opgave de zwaartekracht of de plek niet benoemd wordt gebruik je altijd 9,81 N/Kg in de formule! Staat in de opdracht een plaats (bijvoorbeeld Mars) of een getal voor de zwaartekracht, dan gebruik je dat getal!
De formule voor zwaartekracht kun je ook in andere vormen gebruiken.
m = Fz : g
massa = zwaartekracht van het voorwerp : zwaartekracht van de planeet
g = Fz : m
Zwaartekracht van de planeet = zwaartekracht van het voorwerp : de massa van het voorwerp
Hoe gebruik je de formule?
Voorbeeld opgave:
Anne heeft een vogel gekocht in de dierenwinkel. De vogel heeft een gewicht van 450 gram. De vogel staat met beide poten op de grond. Bereken hoeveel zwaartekracht werkt op de vogel. Rond het getal af op 1 cijfer achter de komma.
(Wat je eventueel als eerste kunt doen)
Schrijf de gegeven informatie op en de informatie die je nog niet hebt, in dit geval:
Fz = ?
m = 450:1000 = 0,45 kg.
g = 9,81 N/Kg
Stap 1
Schrijf de formule op:
Fz= m x g
Stap 2
Vul de formule in. We willen Fz (de zwaartekracht) weten, dus moeten we de m en de g invullen.
m = 450:1000 = 0,45 kg
g = 9,81 N/kg
Die gegevens vul je in in de formule en je krijgt: Fz= 0,45 x 9,81
Stap 3
Reken de formule uit
Fz = 0,45 x 9,81 = 4.4145 = 4,4 N
Stap 4
Schrijf het antwoord nog een keer in het kort op.
Fz (vogel) = 4,4 N
of
De zwaartekracht op de vogel is 4,4 N.
Dus in je schrift schrijf je het zo op
Fz = m x g
m = 450 : 1000 = 0,45 kg
g = 9,81 N/kg
Fz = 0,45 x 9,81 = 4,4145 = 4,4 N
De zwaartekracht op de vogel is 4,4 N
Oefenopdracht
Kim gaat naar school. Vandaag moet ze 3 boeken meenemen. Boek 1 weegt 350 g , boek 2 weegt 450 g en boek 3 weegt 600 g. De tas weegt 200 g. Wat is de zwaartekracht dat aan de tas trekt?
Rond je cijfer af op 1 cijfer achter de komma.
Antwoord
Fz = m x g
m = 350 + 450 + 600 + 200 = 1600 g = 1,6 kg
g = 9,81 N/kg
Fz = 1,6 x 9,81 = 15.696 = 15,7 N
De zwaartekracht die aan de tas trekt is 15,7 N
Bekijk ook:
Maak jouw eigen website met JouwWeb